Marinus Boezem – Groote Kerk Veere
Kerkmeester 2023
De Kerkmeester is een oud beroep en was degene die de taak kreeg om te zorgen voor een kerkgebouw, het onderhoud, de accijnzen en/of het financieel beheer. Inmiddels is deze functie in onbruik geraakt en geeft de Grote Kerk Veere (experience & cultuurpodium) een nieuwe invulling aan deze rol.
Elk jaar wordt een kunstenaar gevraagd de taak van Kerkmeester op zich te nemen en het middenschip te geheel naar eigen invulling vorm te geven. Na de succesvolle editie met de eerste Kerkmeester Folkert de Jong en daarna Karin van Dam, is Marinus Boezem gevraagd om het Kerkmeesterschap in 2023 in de Grote Kerk Veere op zich te nemen.
Boezem brengt de wind naar binnen met een installatie die de architectuur van de kerk zacht maakt met golvende gordijnen die in beweging worden gezet door ruisende, oscillerende ventilatoren. Er ontstaat een transcendente sfeer. In de lengte van de kerk, in het hart van de installatie, wordt een lange smalle tafel geplaatst met daarop een wit linnen kleed waaraan vrijwilligers plaatsnemen om daarop de toren te borduren die op de Grote Kerk uiteindelijk nooit is voltooid. Naarmate de tentoonstelling voortduurt zal de toren, die nooit is gebouwd, vorm krijgen in kruissteken op het doek.
Marinus Boezem
Marinus Boezem (1934) is één van de belangrijkste Nederlandse conceptuele kunstenaars die in de jaren zestig de beeldende kunst een nieuwe wending gaf. De in Middelburg woonachtige kunstenaar heeft veelvoudig werk vervaardigd in en rondom kerken en hij heeft al geruime tijd de wens om de Grote Kerk Veere als uitgangspunt te nemen.
Een veel voorkomend motief in Boezems oeuvre is de kathedraal. Op verschillende plekken in Nederland realiseert hij het bouwwerk, als een symbool voor het geloof in het idee – niet zozeer in religieuze zin. Bijvoorbeeld in Almere staat De Groene Kathedraal (1987): de plattegrond van de Notre-Dame van Reims in populieren.
De invulling van het Kerkmeesterschap van Marinus Boezem in Veere is te zien tot en met 29 oktober 2023.